Zo, die lange mail of blog is eindelijk af. Nog even snel scannen of je geen komma’s op rare plekken hebt staan en of de dt’s wel kloppen (iets met het kofschip, toch?), en klaar is Kees.
Maar wat nou als ik je vertel dat er misschien wel tientallen stiekeme taalfouten in je tekst zijn geslopen, zonder dat je het doorhebt?
*insert panic button* – help!
Geen zorgen: als je eenmaal weet wat je fout doet, en vooral hoe het wel moet, zul je dat echt niet gauw meer vergeten. Sterker nog, je zult ervan versteld staan hoe vaak je deze taalfouten na het lezen van dit artikel ineens ‘in het wild’ spot! En probeer dan maar eens je goedbedoelde feedback voor je te houden, omdat je niet over wil komen als een Hermelien…
Ik heb de 10 instinkers die ik het vaakst tegenkom, op een rijtje gezet voor je.
En ook een beetje voor mij.
Als taalpurist word ik natuurlijk diep ongelukkig van overal taalfouten zien – puur eigenbelang dus, dit artikel. 😉
1. SOCIALMEDIAPLATFORM OF SOCIAL MEDIA PLATFORM?
Dit is misschien wel de taalfout die het vaakst gemaakt wordt. Het goede antwoord is socialmediaplatform.
(Eerlijk zeggen – zou jij dit goed hebben gedaan?)
Dit wordt ook wel de losschrijfziekte genoemd: onjuist spatiegebruik bij woorden die aan elkaar geschreven moeten worden. Wist je dat onjuist spatiegebruik zelfs de betekenis kan veranderen? Kijk maar eens naar de volgende voorbeelden:
Lange afstandsloper = iemand die lang is en afstanden loopt
Langeafstandsloper = iemand die lange afstanden loopt
Naakt portretschilderen = het schilderen van portretten in je nakie
Naaktportretschilderen = het schilderen van naaktportretten
Rode koolsalade = een koolsalade met een rode kleur
Rodekoolsalade = een salade van rodekool
2. CARNAVALS-HIT OF CARNAVALSHIT?
Een mooi bruggetje naar de volgende veelvoorkomende misser: onjuist gebruik van koppeltekens. Als we woorden los van elkaar schrijven die eigenlijk aan elkaar geschreven worden, voelen we soms wel aan dat er iets niet klopt. En daar wordt het onnodige koppelteken geboren. Frisdrank-automaat, heren-kapper, oog-appeltje…
In principe is de regel: alle samenstellingen van woorden die samen één begrip aanduiden, worden aan elkaar geschreven, zonder koppelteken. Uitzonderingen daargelaten, zoals bij klinkerbotsing (auto-ongeluk).
Je mag er wél voor kiezen om een koppelteken te gebruiken om te voorkomen dat het woord verkeerd gelezen wordt, bijvoorbeeld bij identiteitschip (identiteits-chip) en carnavalshit (carnavals-hit).
Heb je een grondige hekel aan carnaval, dan mag je dat koppelteken natuurlijk gerust weglaten.
3. BTW? b.t.w.? btw?
Dat je het niet met puntjes schrijft, dat wist je misschien wel, maar moet het nu met hoofdletters of niet? Antwoord: niet! Het is btw, net zoals vwo, led en tv.
Waarom is het dan wel NOS, ANWB en CDA? Omdat dit namen zijn, geen woorden. Puntjes gebruik je alleen als je een afkorting uitspreekt alsof het hele woord er staat, zoals bij t.w.v. (ter waarde van) en bijv. (bijvoorbeeld).
4. TE ALLEN TIJDE OF TEN ALLE TIJDEN?
Dit moet wel een van de meest gegoogelde vragen ooit zijn. Ik alleen al heb dit zo’n driehonderd keer moeten opzoeken, denk ik. Het is misschien ook wel een beetje een instinker: de juiste schrijfwijze is te allen tijde.
En wat dacht je van te zijner tijd, ten tijde van en in groten getale? Daar heb je vast ook al vaker over getwijfeld.
Onthoud ze, schrijf ze op, of blijf ze (net als ik) eindeloos vaak opzoeken omdat je toch weer begint te twijfelen – het internet loopt gelukkig niet weg.
5. CHIC OF CHIQUE?
Spoiler alert: dit kan allebei, maar afhankelijk van de context zul je toch een keuze moeten maken. Dus wanneer kies je dan voor chic en wanneer voor chique? Eigenlijk is het heel eenvoudig: wanneer je het uit zou spreken als sjiek (een chic diner) schrijf je chic, en als je sjieke zou zeggen (een chique locatie) schrijf je chique.
Een vergelijkbare fout die veel gemaakt wordt, is continu/continue. Spreek het hardop uit en je hebt je antwoord: een continu proces, of een continue strijd.
6. ER VANUIT GAAN OF ERVAN UITGAAN?
Als je er even over nadenkt, is dit eigenlijk niet zo’n lastige: ‘vanuit’ zegt iets over een bepaalde positie, en dat is hier duidelijk niet het geval.
Het werkwoord is uitgaan van, dus is het ook ervan uitgaan.
Klinkt best logisch zo, toch?
7. WEL OF GEEN KOMMA?
Komma’s: voor velen zijn ze, ironisch genoeg, één groot vraagteken. Soms wordt er met komma’s gestrooid alsof er geen morgen is, en soms valt er in een hele alinea geen komma te bekennen – succes, lezer!
Het gaat een beetje ver om in dit artikel alle regels omtrent kommagebruik op te sommen (maar als je je nieuwsgierigheid niet kunt bedwingen, is dit artikel van Onze Taal wellicht interessant leesvoer). Een taalmisser die ik in dit artikel even wil aanstippen omdat ‘ie zo vaak voorkomt, is het verschil tussen uitbreidende en beperkende bijzinnen. Kijk eens naar het volgende verschil in betekenis:
Beperkende bijzin:
Mijn man die altijd met zijn neus in de boeken zit, leest elke week wel een boek uit.
Uitbreidende bijzin:
Mijn man, die altijd met zijn neus in de boeken zit, leest elke week wel een boek uit.
In het eerste voorbeeld zeg je dat je meerdere mannen hebt, maar dat dit specifieke exemplaar een echte boekenwurm is. In het tweede voorbeeld heb je één man, die altijd met zijn neus in de boeken zit.
Je kunt je voorstellen dat dit menig grappige situatie op kan leveren. 🙂

8. VOORUIT GEDACHT OF VOORUITGEDACHT?
Misschien zou je in dit voorbeeld sneller voor de eerste optie kiezen, maar wat nu als ik vraag op gemaakt of opgemaakt? Dan zegt je intuïtie wellicht al dat de tweede optie klopt. En daar heeft je intuïtie helemaal gelijk in!
Werkwoorden die als één woord geschreven worden (vooruitdenken, opmaken, leeggooien, kapotmaken), worden ook als voltooid deelwoord aan elkaar geschreven (vooruitgedacht, opgemaakt, leeggegooid, kapotgemaakt).
Weer een typisch gevalletje losschrijfziekte!
9. TEVEEL OF TE VEEL?
Oei, dit gaat te veel fout! Het kan allebei, maar wanneer kies je nu voor welke optie?
Te veel is juist wanneer je bedoelt meer dan nodig:
Ik heb gisteren te veel biertjes gedronken.
Teveel is de juiste optie als je het als zelfstandig naamwoord gebruikt, dus als je er ‘het’ of ‘een’ voor kunt zetten:
Het teveel aan werknemers met een kater op maandagochtend leidt tot bijzondere vergaderingen.
10. WORD(T) SNEL BETER
Even zien: het is ‘je wordt’, dus ook ‘wordt snel beter’, toch?
Nope!
Dit is een gebiedende wijs (ja, beter worden zal je!), die je schrijft als de ik-vorm van het werkwoord. Ik word, dus word snel beter. De enige uitzondering op deze regel is wees, de gebiedende wijs van zijn (wees niet bang).
En, heb je er iets van op gestoken geleerd?
High five als je het tot dit punt hebt gered! Benieuwd naar nog meer leuke hersenkrakers op taalgebied? Dan raad ik je aan om Onze Taal en Taaluilen te gaan volgen (ook heel handig als naslagwerk bij twijfelgevallen).
Nu ben ik natuurlijk heel benieuwd of jij je ooit schuldig maakt aan deze stiekeme instinkers (geen zorgen, I won’t judge).
Of misschien heb je nog een onmisbare toevoeging aan dit rijtje taalmissers? Laat het me zeker weten!